Sinds een aantal jaren ben ik betrokken bij Xenia in Leiden. Een kleinschalige zorginstelling voor jongeren met een intensieve zorgbehoefte. Bij Xenia wordt voor een klein aantal gasten de zorg professionals en vrijwilligers gedragen, maar vooral samen geleefd, zoals dat maar gaat. De leeftijd van de gasten is zo ongeveer tussen de 16 en 45 jaar. Net te oud voor de kinderafdeling dus; en midden in het leven.

Als vrijwilliger in het hospice maak je mooie dingen mee. Een van de ervaringen die ik niet zal vergeten is van een gezin dat bij ons verbleef omdat hun dochter zou komen te overlijden ten gevolge van kanker. Mijn gezin en ik waren net terug van een wereldreis en vrijwilligerswerk in het Caribisch gebied en Latijns-Amerika. Wat bleek, de gast had gestudeerd in een van de steden die wij bezocht hadden! Het leidde tot een bijzondere ontmoeting.

Het was mijn eerste dienst bij Xenia sinds we terug waren uit de tropen. Alles was weer uitgepakt, onze ‘normale’ levens weer opgepakt. En dus ook weer mijn vrijwilligerswerk.

Een dienst begint altijd met een overdracht. Mijn collega vertelt dat er meerdere gasten in het huis zijn, waarbij ze mij ook vertelt over een nieuwe gast. Een jonge vrouw, veelste jong, ernstig ziek. Ze is bij Xenia omdat ze zal komen te overlijden door een agressieve vorm van kanker. Het is een verdrietig verhaal. Ze is komen studeren in Leiden, werd er verliefd, bleef er wonen, ging werken en het werd haar thuis. Haar ouderlijk huis stond aan de andere kant van Nederland.

De ouders van de jonge vrouw komen elke week een paar dagen naar Leiden. Ze slapen in haar huis, bij hun dochter op de kamer, of in de logeerkamer. 

Tijdens mijn dienst komt een oudere heer de woonkeuken in gelopen. Hij kijkt moeilijk. We knikken elkaar gedag. Met een kop koffie komt hij aan de grote tafel zitten. Wij zaten al aan tafel; de zorgvrijwilliger, coördinator en wat andere gasten. Ik vertel over onze reis, 3 maanden lang reisden mijn gezin en ik van project naar project. We werkten op scholen, gaven Engelse les, speelden met de kinderen. Een bijzondere ervaring, veel avontuur en vooral verbinding als gezin. De man luistert mee. Het fotoboek dat wij maakten van onze reis, had ik mee naar Xenia.

Dan mengt hij zich in het gesprek. De man vraagt of hij eens mag kijken. Met plezier vertel ik hem over de plekken die we bezochten. Op zijn beurt, vertelt de man dat zijn dochter heeft een deel van haar studie in Ecuador volbracht. In een klein stadje, in het midden van het land. Toevalligerwijs hebben wij dat stadje ook bezocht en er een week verbleven. Hij krijgt een glimlach op zijn gezicht. Hij deelt een levendige herinnering van zijn dochter, aan de telefoon, met vertraging op de lijn, tijdens haar studie aldaar. We lachen en halen nog meer dingen aan ‘van vroeger’. 

Dan zegt hij dat hij terug gaat naar zijn dochter. En of hij mijn boek aan haar mag laten zien. Natuurlijk.

Een paar uur later komt hij weer de keuken binnen. Het boek omklemd in zijn armen. Met een ontroerd gezicht geeft hij mijn boek terug. Ik vroeg of zijn dochter de foto’s herkende. ‘Nou en of’ zegt de man, ‘en we hebben verhalen gehoord over dingen die ze daar mee gemaakt heeft, die we eerder niet hoorden. En dat zijn een paar prachtige nieuwe herinneringen die we net met elkaar maakten, dank je wel’. Geëmotioneerd kijk ik de man aan en weet ik niet goed wat ik moet zeggen. Ik stamel ‘graag gedaan’. 

Deze ervaring was zo betekenisvol, de paar woorden waren genoeg. Het gezin had met elkaar een nieuwe herinnering gemaakt. Ze raakten in gesprek over haar ervaringen en leidde tot verhalen van de dochter. Vanuit Xenia waren zij even, via mijn foto’s, terug in Ecuador. Het beeld dat de dochter had geschetst, de positiviteit van het studeren en de ervaring in het buitenland was voelbaar geweest voor haar ouders. En dat had geraakt, wat een prachtig moment. Ik kan er nog stil van worden. En mede daarom is het zo prachtig om een hospice vrijwilligerswerk te doen, echt waar.