Dichtbijheid en veiligheid

 

Vanaf de geboorte is het duidelijk dat ouders de zorg dragen voor hun kind. Dat is een eerste levensbehoefte. Een baby zoekt nabijheid en bescherming. 

Een kind zoekt de nabijheid van zijn ouder of opvoeder om zijn of haar ervaringen in goede banen te leiden. Als een kind structureel ervaart dat nabijheid zoeken de gewenste respons oplevert, ervaart hij veiligheid in de relatie. Dat veilige gevoel heeft een kind nodig om relaties aan te gaan en te vertrouwen in zichzelf en de buitenwereld.

Ontwikkeling, prikkels en respons

De ontwikkeling van een kind begint al in de baarmoeder. Na de geboorte begint het ontwikkelen in de echte wereld, rondkijken, zien, reageren, voelen, proeven en zo neg veel meer. Alle clichés zijn waar, de tijd vliegt en het kind groeit tot zelfstandige peuter.

Kinderen leren veel door anderen te kopiëren en zelf te ontdekken. Een kind heeft het nodig om gezien, gehoord en begrepen te worden door zijn omgeving, waaronder ook de ouders.  Dit gaat niet vanzelf, maar ook door elkaar beter te leren kennen en door misverstanden te herkennen en te herstellen.

 

De opvoeding vormt hechtingsrelatie

De hechtingsrelatie is het best zichtbaar na het eerste levensjaar. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vier hechtingsstijlen (naar model van Ainsworth), online zijn er ook allerlei testjes en beschrijvingen te vinden. In grote lijnen komt het neer op:

Er bestaat evenwicht bij het kind tussen nabijheid zoeken met de ouder en exploratie. 

Er is minimaal contact tussen de ouder en zijn kind. Het kind vermijdt het contact met de ouder, omdat hij geleerd heeft dat de ouders hem structureel afwijzen, verwaarlozen of niet reageren.

Er is maximaal contact tussen de ouder en zijn kind. Het kind blijft dicht bij zijn ouder, omdat hij onzeker is over hoe en of de ouder reageert. De ouder stemt zijn gedrag vaak niet af op zijn kinderen, maar op zijn eigen behoeften. Je zult vaak mismatches zien die niet worden herkend of hersteld.

Een kind voelt zich machteloos in het contact met zijn ouder en heeft geleerd dat het contact met zijn ouder onvoorspelbaar is en bij vlagen zeer beangstigend en zelfs gevaarlijk. Deze vorm van hechting is sterk gerelateerd aan ongunstige omstandigheden waarin het kind opgroeit en aan de ontwikkeling van psychopathologie. Deze kinderen hebben geen copingstrategie om met separatie van de ouder om te gaan.

Als een kind aan één ouder onveilig gehecht raakt, hoeft dat niet te betekenen dat dat ook voor de andere ouder of verzorgers geldt. Kinderen kunnen namelijk bij verschillende verzorgers andere hechtingsstijlen ontwikkelen. In zo’n geval kan de ‘veilige’ ouder als een belangrijke beschermende factor dienen. 

In de dagelijkse praktijk kan dit echter wel leiden tot stress in de relatie, zowel tussen partners als ook met de kinderen. Met aandacht voor hechtingsstijlen kun je inzicht krijgen op de mogelijke bron en/of aanpak van gedrag.

Hechting is een groot, ingrijpend onderwerp. Met elkaar in gesprek over hoe je hechtingsstijl doorwerkt in je verdere leven kan bijdragen aan begrip en aanpassing van je gedrag. Hierdoor kun je bijv. in een ouder kind relatie, werk situatie vastlopen.  Ook kan door ziekte en daarmee levend verlies een gevoel van onveiligheid in de hechtingsrelatie naar voren komen. Omgaan met verandering kan spannend zijn en ingewikkeld zijn, maar ook nieuwe kansen bieden.

Living and life betrekt hechting als thema in coachende gesprekken, waar passend, en kan hierop adviseren. Bijvoorbeeld door de hechting met een kind te bespreken. Aandachtspunten en ideeën te identificeren. Dit alles doen we op een manier die voor ons beiden passend is. In onderlinge afstemming.

De tariefstelling voor  de diensten hangen af van de situatie en inschatting van de uren. In onderlinge afstemming wordt de meest passende oplossing gezocht.

Bovenstaande tekst is vrij gebaseerd op https://www.ncj.nl/themadossiers/hechting/aandacht-voor-hechting/hechtingstheorie/ en aangevuld met eigen inzichten.